Artikelen & Blogs

Artikelen

Inspiratie

Ik zit weer veel te lang achter mijn computer, want ik zoek een nieuw liedje, dat aansluit bij de belevingswereld van mijn leerlingen. Mijn vrouw hoort mij zuchten.
‘Wat is er?’ vraagt ze.
‘Ik zoek inspiratie!’ roep ik.
Maar dat is natuurlijk onzin. Ik zoek gewoon ‘iets leuks’, waarvan ik hoop dat mijn leerlingen het ook ‘leuk’ zullen vinden. En dat is het dan. Terwijl ik ook wel weet dat echte inspiratie iets heel anders is. Als ik echt inspiratie zoek, kan ik beter een middag rondbrengen in een kleuterklas. Want wanneer ik daar tegen de kinderen zeg:
’Ik zou dolgraag met jullie willen zingen over de sterren, die je ’s nachts ziet, voor je gaat slapen. En over de maan. Maar ja, ik heb geen liedje over de maan. Wie van jullie weet er een zinnetje over de maan? Dan gaan we dat samen zingen.’
Dan gaat er altijd een vinger de lucht in. En als ik even later zeg:
‘Eén zinnetje is misschien wat weinig voor een liedje. Wie weet er nog een zinnetje?’
Dan helpen de kinderen mij met volle overgave. Dan zingen ze om de beurt hele verhalen, die ze ter plekke verzinnen. En leren ze mij in hun onschuld alles over onbevangenheid. Het is niet toevallig dat ik het hier expliciet over kleuters heb. De ellende van het voortdurend alles toetsende onderwijs is dat het kinderen afleert om impulsief te zijn, om zomaar vanuit het niks iets te roepen en om ter plekke iets te improviseren. Met als gevolg dat kinderen vanaf 9 à 10 jaar veel vaker denken: Ik neem geen enkel risico meer. Bedenk zelf maar wat. En dan roep ik wel dat het stom is. Ik kan het die kinderen niet kwalijk nemen. Ik kan ze hoogstens laten merken dat ík hen wèl de ruimte geef waar ze recht op hebben. Omdat het voor iedereen mogelijk is om de kunstenaar in jezelf in leven te houden. Of te reanimeren. Niet door eindeloos te surfen op internet, maar door te luisteren naar het jonge kind. En naar het jonge kind in jezelf

ZINGmagazine nr 110 april 2023

Blogs

Groepsprocessen
Binnen íédere klas spelen altijd deze twee processen: 

a) het leren om taken te verrichten.
b) het leren om aandachtig met elkaar om te gaan. 
 
Het evenwicht tussen deze twee zaken wordt verstoord wanneer de periode van het ene of het andere proces te lang heeft geduurd, en plotseling wordt overgeschakeld op het andere. Alleen daarom al is het verstandig om het Zingen Met De Klas niet te bewaren voor één muziekles van drie kwartier per week, maar om het meerdere momenten per dag even te doen. Zingen is veel meer dan iets 'leuks'. Het is een middel om de groep in balans te houden.