
Zingkikkertips

Binnen íédere klas
spelen altijd deze twee processen:
b) het leren om aandachtig met elkaar om te gaan.
wordt verstoord
of het andere proces iets te lang heeft geduurd,
en plotseling wordt overgeschakeld op het andere.
om het Zingen Met De Klas niet te bewaren
voor één muziekles van drie kwartier per week,
maar om het meerdere momenten per dag
even te doen.

Houd het vuurtje laag.
Bij sommige leerlingen kookt,
om wat voor reden dan ook,
de melk razendsnel over.
Na een grapje rollen ze
gierend van het lachen
over de grond,
en zijn vervolgens
helemaal de weg kwijt.
Om deze leerlingen te doen begrijpen
dat muziek 'gewoon' is,
en dat een muzieklesje geen kermis is,
is het nodig ...
-dat je grapjes klein zijn.
-Zo klein dat alleen de oplettende leerlingen ze horen.
-dat je zelf altijd serieus blijft.
Ook op de gezellige momenten.
-dat de les is afgelopen vóór het uit de hand loopt.
-dus dat lesjes in het begin soms niet langer
dan drie minuten kunnen duren
-en je er elke keer voorzichtig
een minuutje bij kunt doen.
tot de leerlingen gaandeweg begrijpen
dat muziekles gewoon gezellig is.
En geef de leerlingen geen uitbrander
omdat bij hen de melk overkookt.
Ze kunnen gewoon nog niet nuanceren.
Het vak muziek is een prachtig middel
om ze dat heel geleidelijk te leren.

Jonge kinderen zijn nog niet voornamelijk
gefixeerd op toonhoogte.

Voor je kunt verwachten dat een klas
rustig, stil en aandachtig is,
zul je eerst zèlf
rustig, stil en aandachtig moeten zijn.

Zing met de kinderen.
Ongeacht of je muzikaal bent,
of handig bent in het geven van muziek.
Doe het.
Gewoon vanuit principe.
Omdat je leerkracht bent.
Omdat jij de kinderen leert wat normaal is.
Zoals je ook groenten en fruit met ze eet.
En of ze 't nou altijd lekker vinden of niet.
En als je dan toch een liedje zingt,
dóé er dan iets mee.
Een beweging, een rollenspelletje, een dansje..
Gewoon vanuit principe.
Omdat je leerkracht bent,
Omdat jij de kinderen leert wat normaal is.
En omdat op je eten hoort te kauwen,
voor je het doorslikt.

Vraag aan de klas:
nalezen in de methode die de school gebruikt,
of in de lesideeën op mijn website...
Maar stel je deze vraag aan de klas,
dan biedt dat de volgende voordelen:
-De leerlingen voelen dat ze invloed hebben op de les. De vraag trekt ze uit de rol van consument.
-De leerlingen hebben vaak meer ideeën dan jij.
En ze helpen je er graag mee.
-De leerlingen waarderen het
dat hen om advies wordt gevraagd.
Het sterkt hun zelfvertrouwen.
-Wanneer je ingaat op een voorstel van de kinderen, ben je er van verzekerd dat ze het idee
niet vervolgens 'stom' zullen vinden.
-Wanneer een leerling een voorstel doet,
dan zegt dat iets over het beginniveau van die leerling.
Dit maakt het voor de leerkracht eenvoudiger
om ná het uitvoeren van de suggestie van het kind
de lat een klein stukje hoger te leggen.

Probeer eens om bij een willekeurig liedje,
of muziekstuk 50 quizzvragen
en antwoorden te formuleren.
of muziekstuk het gaat.
Probeer eerst door te luisten,
maar vervolgens ook m.b.v. wikipedia of andere kanalen vijftig willekeurige vragen en antwoorden omtrent dat éne muziekstuk te vinden.
Schrijf ze op kaartjes.
De vraag op de ene kant,
het antwoord op de andere.
Van de naam tot de componist,
tot het jaar van uitgave,
van de uitgever tot de maatsoort
of de lengteduur in seconden.
Het maakt niet uit wat.
zul je het gevoel hebben
dat je liedje of muziekstuk meer doorgrondt
dan wie dan ook in je omgeving,
zul je je er voor altijd mee verbonden voelen,
en zul je dat als een verrijking van je leven ervaren. Omdat je er dieper op in bent gegaan.
die dit allemaal hebben gedaan met een ander liedje, kun je de vragen door elkaar husselen en een heel gezellig quizavondje houden.

Oordeel niet over je zelf.

Vraag nooit aan de klas:
'Willen jullie zingen?'
Daarmee loop je kans
dat er één muzikaal onzekere leerling roept:
'Hè nee.´
Het is veel handiger, en voor de kinderen veiliger
om iets te zeggen als:
'Kinderen, ik ga een liedje voor jullie zingen.
Ik vind het moeilijk, maar ik doe het toch.'
en dan halverwege:
'Kom help eens even. Ik kan dit niet alleen.'

Heb je een vakleerkracht muziek?
en doe gezellig mee met de les!
-Je geeft het goede voorbeeld,
en richt de aandacht van de leerlingen
op de vakleerkracht.
en aanvullen.
dat hun eigen juf/meester ook nog probeert te leren!

Vermijd muzikale wedstrijden.
Tegenover iedere winnaar
staan steevast gekwetste verliezers.
Aan een winnaar is het lastig les geven.
Die heeft namelijk al gewonnen,
en laat zich niks zeggen.
Aan een verliezer is het ook lastig les geven.
Die is namelijk gekwetst,
en bang om opnieuw gekwetst te worden.
Naar welke (of wiens) normen
worden kinderen bewust
of onbewust be-(ver)oordeeld?
Muzikale vrijmoedigheid vind je alleen
in een veilige omgeving,
bij kinderen die er zeker van zijn
dat ze nooit voor gek worden gezet,
of voor de leeuwen geworpen.
Kortom:
Muziekwedstrijden zijn heel gezellig
om naar te kijken,
maar hebben niets met zinvol onderwijs te maken.
Lang leve de feestelijke voorstelling zonder jury!

Verwijt jezelf niet
dat je muziekles geven moeilijk vindt.
Je hebt het gewoon niet geleerd.
kun je er nog steeds goed in worden.
en door je eigen leraar te zijn.
om een slachtoffer te zijn,
voor een leven lang leren.

Laat de leerling dirigeren.
precies zoals de leerling het dirigeert.
Het liedje kan niet eenvoudig /oubollig genoeg zijn.
(Vader Jacob, Berend Botje, 'k Zag twee beren o.i.d)
en richt je volle aandacht op de dirigerende leerling.
Vraag dan aan de klas om jou te helpen.
Geef de dirigerende leerling
twee of drie mogelijkheden.
Bijvoorbeeld:
(=liedje staat stil/ liedje gaat verder)
( = liedje staat stil/ legato/staccato)
verplicht je leerlingen
min of meer
te doen wat jij wilt.
Wat een bron van frustratie zou kunnen zijn.
-Als je de leerling laat dirigeren,
verplicht jij jezelf
om naar de leerling te kijken.
Waar iedereen blij van wordt.
Wanneer hij/zij als leider ‘maar wat doet’,
gaat het namelijk mis.
die aandacht heeft voor één dirigerende leerling,
en-een eenheid vormend -
de dirigent er doorheen sleept.

Leer de kleinst mogelijke verbetering herkennen,
en wees daar gelukkig mee.
Frustreer jezelf en je leerlingen niet teveel
door het formuleren, en het nastreven
van grote doelen.
Wees blij als de klas eerst onderuitgezakt zit,
en na een didactisch briljant moment
(bijv. na het voordoen ervan)
ineens rechtop.
Toon je blijheid, en roep tegen de klas:
‘Wauw! Jaa! Jullie zitten rechtop! Hoera!’
En constateer vervolgens meteen
de volgende allerkleinste verbetering:
een leerling die glimlacht.
(Steek je even je duim op/ geef een knipoog o.i.d.)
Dikke kans dat die leerling
je vervolgens áánkijkt,
wanneer je iets aangeeft.
Alwéér een moment om blij van te worden.
Enzovoort.
Kortom, geluk vind je niet
door het nastreven van het allerhoogste,
maar door het kunnen herkennen
en genieten van het allerkleinste.
Je kunt ieder moment besluiten
om even te zingen met de klas.
Waarom zou je wachten
-tot het nieuwe schooljaar begint,
-of tot de vakdocent met pensioen gaat,
-of tot de muziekcommissie heeft besloten
welke methode jullie gaan volgen,
-of tot er subsidie is,
-tot je jezelf bekwaam genoeg vindt,
-of tot je 't minder druk hebt?
Kinderen groeien harder dan je denkt.
Goed onderwijs verdraagt geen uitstel.

Minder Woorden = Meer Effect

Geef één leerling een instrumentje,
of een piepje tijdens een bepaalde zin,
op een bepaald woord,
of aan het eind van een regel.
voelen de wìl om muziek te maken.
gaat vooraf aan het muziek kùnnen maken.

Veel bovenbouwers zijn heel onzeker,
dat bepaalde muziek stom is,
of iets kinderachtig is.
dat het durven tonen van onzekerheid

Zeg tegen de klas:
dat jij de enige ben die fouten maakt

Elke ‘fout’ of ‘vergissing’ binnen de muziekles
is een bron van vreugde.
‘Fouten’ en ‘vergissingen’
zijn onderwijskundige cadeautjes:
Ze bieden de leerkracht
telkens weer een fijne gelegenheid
om daar goedgemutst op te reageren,
om samen met de klas de oorzaak te achterhalen,
om maar weer eens te constateren
hoe menselijk we zijn,
om vervolgens samen
een nieuwe poging te wagen,
en om zo zinvol onderwijs te geven.

Net als de geur van voedsel
is het achtergrondgeruis van muziek
overal om ons heen.
Zowel thuis als op straat.
En zoals te veel voedsel
ons lichaam ons loom en dik kan maken,
zo kan te veel muziek
onze geest vervuilen.
Dat ligt niet zozeer aan de muziek,
alswel aan het feit
dat we het het zonder aandacht consumeren.
als van muziek is niet vermijden.
Maar elke keer
als je nodeloze muziek kunt uitzetten
is het mooi meegenomen.
En zoals je tòch
een paar keer per dag
rustig aan tafel kunt gaan zitten
om te genieten van je eten,
zo kun je ook elke dag
even met aandacht
luisteren naar een zelf uitgekozen stukje muziek.

Als je je leerlingen goed observeert,
en op ze afstemt,
kun je ze voortdurend dingen vragen te doen
die ze eigenlijk al kunnen,
zodat ze zich er vervolgens van bewust worden.
'Eigenlijk kun je het al. Doe het maar.'
Als je dit consequent doet,
zul je merken
dat hun zelfvertrouwen groeit,
en dat de grens van wat ze eigenlijk al kunnen
steeds verder opschuift.

Notatie is een hulpmiddel
om muziek vast te leggen,
te bespreken en te onthouden,
maar laat het nooit een belemmering zijn
om muziek te maken.
Het kan bijvoorbeeld zinvol zijn
-als leesoefening-
een grafische notatie te gebruiken,
om met z'n allen een stuk,
bijvoorbeeld getiteld:
'Het Bos'
te verklanken.
Maar vergeet niet
om achteraf tegen de klas te zeggen:
'Doe allemaal je ogen dicht.
Vergeet de grafische notatie.
We zijn in een bos,
en het waait zachtjes.
Wat horen we allemaal?'

Kijk tijdens het zingen
zo weinig mogelijk naar het digibord.
om tijdens het instuderen van een lied
samen de tekst en/of de noten te kunnen lezen.
Maar daarna begint het pas.
Want muziekles is meer
dan met z'n allen naar een scherm staren.
komt alleen van de grond
als je afstemt op elkáár.
om na verloop van tijd
het beeld op zwart te zetten
en gezellig in een kring te gaan staan?
zo snel mogelijk leren.

Denk alleen maar:
Vergeet nooit:

De beloning van wat je nu doet,

Muziekles geven aan een klas kinderen
vol jonge mensen.
Allemaal uniek, allemaal anders.
Het is een instrument dat vrijwel nooit dirèct klinkt, zoals jij het bedoelt, maar veelal pas na een vrolijke, lastige, of spannende omweg.
waarna het timide klinkt.
waardoor het te slordig klinkt.
maar er ook een eenheid van maken.
maar alleen door er eerst zelf op af te stemmen.
visuele ondersteuning. Daarvoor gebruik ik het ook.
ècht om gaat, heb je persoon nodig,

Het is niet het spel dat belangrijk is.
van schaken maken.
als een trein, een jager of een indiaan,
en je kunt oppervlakkig
en zonder interesse lezen.

Als je de klas veiligheid wilt bieden,
wijs dan nooit zomaar naar één leerling aan,
met de boodschap:
en dan ga jij een nazin improviseren.´
Zeg liever tegen de hele klas:
‘Ik klap (zing, speel) een voorzin,
en jullie mogen allemaal tegelijk
een nazin klappen (zingen, spelen).
Allemaal gezellig door elkaar.’
Vrijwel direct zie je als leerkracht
welke leerling dit ook solo
zou kunnen (willen) doen.
Wat je eventueel altijd nog kunt checken
met een vragende/uitnodigende blik.